Medicamenteuze pijnstilling

Omdat elke bevalling anders is, zal vaak pas tijdens de bevalling blijken of je medicijnen tegen de pijn wilt. Soms bespreken wij dit met je, bijvoorbeeld omdat de bevalling erg lang duurt. Voor een medicamenteuze pijnbehandeling moet je altijd naar het ziekenhuis. De reden is dat bij toediening van medicijnen de conditie van jou en je kindje nauwkeurig moet worden bewaakt. Meestal gaan we met je mee om de zorg over te dragen aan de gynaecoloog of de verloskundige van het ziekenhuis. Zodra je pijnstilling krijgt mogen wij de bevalling niet meer begeleiden dit gebeurt dan door de verloskundige van het ziekenhuis of de gynaecoloog. Welke vorm van pijnstilling je kiest, is meestal afhankelijk van je eigen voorkeur. Maar ook van het stadium waarin de bevalling zich bevindt.

De volgende pijnbehandelingen worden in Nederland het meest toegepast:

Ruggenprik (epiduraal)

Een ruggenprik is een injectie in je onderrug met een combinatie van pijnstillende medicijnen (de medicijnen verschillen per ziekenhuis). Bij deze pijnbehandeling heb je geen pijn meer in je onderlichaam. De anesthesioloog brengt onder plaatselijke verdoving onder in je rug een naald aan. Daarbij moet je je rug bol maken en stil blijven liggen of zitten (ook tijdens de weeën). Via de naald wordt een dun, soepel slangetje in je rug gebracht. De naald gaat er weer uit, het slangetje blijft zitten. Door dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling pijnstillende medicijnen toegediend. Binnen 15 minuten voel je geen pijn meer.