Omgaan met pijn

Iedere bevalling is uniek. De ene vrouw ervaart pijn anders dan de ander. Maar bevallen doet pijn, daar kan niemand omheen. Hoeveel pijn jij zult hebben, kan niemand voorspellen. Er zijn allerlei manieren om de pijn te verzachten en er is ook veel dat je zelf kunt doen om de pijn zo goed mogelijk op te vangen.

Een paar feiten over weeën en pijn

De pijn komt in golven

Baringspijn wordt veroorzaakt door weeën. Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Je kunt zo’n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je buik en/of rug. Aan het begin van je bevalling zit er meer tijd tussen de weeën. Dan doen ze ook nog niet zo veel pijn. Na een tijdje worden de pauzes tussen de weeën korter. De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte erg pijnlijk kunnen zijn. Zodra je kindje geboren is, houden de weeën op en stopt de pijn. Je hebt alleen nog een paar lichte krampen om de placenta los te maken.

Je lichaam maakt pijnstillers aan

Baringspijn is bijzonder: je hebt die pijn alleen als je bevalt. Wist je dat je lichaam meteen reageert op de pijn door zelf pijnstillers aan te maken? Dat zijn de zogeheten endorfines. De endorfine zorgt ervoor dat je minder pijn voelt. Veel vrouwen raken daardoor in de loop van de bevalling wat in zichzelf gekeerd.