Wat moet je in huis hebben?

Je beslist zelf hoeveel spullen je wilt kopen voordat je kindje geboren wordt. Dat is een persoonlijke keuze, veel spullen kun je ook na de geboorte kunt kopen. Voor een bevalling en tijdens de kraamweek zijn enkele spullen onmisbaar. Zorg daarom dat je vanaf 36 weken in ieder geval alle spullen in huis hebt.

Baby uitzet (minimaal)

  • Bedje (+beddengoed) voor de baby, dat voldoet aan de veiligheidseisen
  • 2 metalen kruiken
  • 2 digitale koortsthermometers
  • Luiers maat 1 (voor kinderen van 2-5 kg)
  • 8 gewassen katoenen hydrofiel-luiers
  • Kleertjes voor de baby in maat 50-56, waaronder rompertjes, truitjes, broekjes, sokken en enkele mutsjes
  • Maxicosi
  • Omslagdoek

Spullen voor de bevalling

Deze spullen dien je in huis te hebben, ongeacht of je thuis of in het geboortehuis wilt bevallen:
  • Plastic zeil, ter bescherming van je matras.
  • Een ondersteek en klossen, ter verhoging van je bed tot 75-80 cm . Deze zijn in bruikleen via Centrum Jeugd en gezin. Alternatief voor klossen zijn lege kratten of houten blokken.
  • Een rol vuilniszakken
  • Een tasje voor als je (onverwacht) naar het ziekenhuis moet, met daarin je zwangerschapsdossier dat je van ons hebt gekregen, verzekeringspasje, een patiëntpas van het ziekenhuis (indien in je bezit), toiletartikelen en kleding voor jezelf. Kleding voor de baby, autostoeltje om de baby te vervoeren, fototoestel (met oplader en leeg SD kaartje), lectuur, muziek, en dergelijke ter ontspanning en een €2 muntstuk voor in de rolstoel van het ziekenhuis.
  • Een kraampakket. Deze ontvang je meestal van je verzekering als je aanvullend verzekerd bent. Vraag deze bij hen aan als je ongeveer 20 weken zwanger bent. Indien je deze niet vergoed krijgt kun je deze zelf aanschaffen bij de apotheek of de drogist.